We vernamen het overlijden van Jos Vanheusden. Samen met zijn vrouw Margriet was Jos één van de eerste actieve leden van onze Senior Army. We blikken terug op hun verhaal.

 

Het verhaal van Jos en Margriet

Het verhaal van Jos Vanheusden leest als een filmscenario. Maar door het hele verhaal loopt één rode draad: Jos bracht zowat zijn ganse jeugd door in en boven cafés. Want zijn ouders waren echte cafébazen. En zo kwam Jos bij iedere verhuis naar een ander café in een andere buurt of streek terecht. Toen Jos naar de lagere school liep, woonde het gezin boven café Minerva in Hoevezavel. Het plein van Waterschei was het best met de tram te bereiken. En dus werd Jos THOR-supporter.

Uit die eerste maanden als supporter van geel-zwart herinnert Jos zich nog heel levendig de wedstrijd van THOR Waterschei tegen het Berchem van de onvergetelijke Rik Coppens in 1955. THOR stond laatste in de tweede nationale en Berchem stond aan de leiding. De keeper van Berchem viel gekwetst uit en THOR won zomaar even met 6-0.

In 1958 verhuisde het gezin Vanheusden naar een café op de Nieuwe Kuilenweg in Winterslag. Na de lagere school mocht Jos nog twee jaar zijn broek verslijten in de mijnschool in Waterschei. Maar op zijn veertiende zat de schoolplicht er voor Jos al op en moest hij aan de slag in een hotel in Luik. Hij kreeg daar, zoals dat in die tijd gebruikelijk was, ook ‘kost en inwoon’. Hoogstens één keer per week, op een weekdag dan nog, mocht Jos even naar huis. Van zelf voetballen of voetbal kijken kwam dus niks meer in huis.

Na een nieuwe verhuis naar een café in Peer, kon Jos een tijdje aan de slag bij een aannemer. Maar ook op die job was Jos rap uitgekeken. Hij besloot dan maar voor drie jaar te tekenen bij het Belgisch leger. En dat net in die woelige periode van de Congolese Onafhankelijkheidsstrijd. Toen de Belgische kolonisten, geestelijken en kloosterlingen midden in een burgeroorlog terecht dreigden te komen, werden Belgische militairen in opdracht van de NATO naar Congo gevlogen. Zo maakte Jos in 1960 en 1961 twee keer deel uit van de Belgische reddingstroepen in Congo. 

Maar nog voor dat woord bestond, was onze Jos al een echte ‘jobhopper’. Hij zocht en kreeg problemen met zijn legeroversten en mocht ‘beschikken’. Van het leger ging het naar de Keramo om uiteindelijk in 1964 bij Ford te belanden. Daar bleef hij tot aan zijn pensioen een plichtgetrouwe werknemer.

Toen hij twee jaar later, in 1966, zijn Margriet leerde kennen, kwam helemaal een einde aan zijn omzwervingen. In 1968 trouwden Jos en Margriet. En, zoals het bij goede Vlaamse koppels hoort, werd al vlug de onvermijdelijke volgende stap gezet: het bouwen van een nieuwe woning. Jos en Margriet nestelden zich definitief in Diepenbeek.

                  

Door alle drukke beroeps- en familiale beslommeringen was het voetbalvuur bij Jos een beetje gedoofd. Totdat bleek dat Albert Sikorski, de toenmalige doelwachter van De Vieze Mannen (officieel: KFC Winterslag) vlak in de buurt woonde. Albert Sikorski bezorgde Jos en Margriet hun eerste tickets voor een wedstrijd aan de Noordlaan en de supportersvlam sloeg opnieuw in de pan. Jos en Margriet sloegen geen enkele wedstrijd van de Vieze Mannen meer over.

Totdat de onvermijdelijke, en achteraf succesrijke, fusie tussen de twee mijnclubs er kwam. Zoals de meeste trouwe THOR-supporters het niet over hun hart kregen om de fusieclub te gaan steunen op het terrein van aartsvijand KFC Winterslag, zo had Jos het moeilijk met de Waterschei-inbreng aan de Noordlaan. De eerste jaren na de fusie lieten Jos en Margriet het voetbal dan ook voor wat het was. En Jos wijdde zich nog meer dan vroeger aan zijn duiven.

Maar ook bij Jos en Margriet bleef het kriebelen. En in het jaar 2.000 besloten ze de draad weer op te pakken. Ze kochten een abonnement in vak B (achter het doel aan de Zuidkant). Ze bleven tot op vandaag, dus al meer dan twintig jaar lang, in vak B vastgeklonken en misten geen enkele thuiswedstrijd.

Ook Jos ontving begin 2013 een mail van Davy Vanhaen met de vraag deel uit te maken van de op te richten Senior Army. Nadat Margriet hem een stevige duw in de rug had gegeven, stelde hij uiteindelijk zijn kandidatuur. En, tot hun beider verrassing, werden ze uitgenodigd voor een gesprek met Davy Vanhaen in het Themacafé van KRC Genk. Margriet wilde zich daar al aan een apart tafeltje neerzetten. Zij kwam immers niet in aanmerking voor de Senior Army omdat ze nog enkele jaren te jong was. Maar Davy drong aan om toch maar bij hem en Jos te komen zitten want hij zocht ook nog enkele supporterende koppels. En zo kwamen Jos én Margriet uiteindelijk bij het propagandateam van de Senior Army terecht.

Als je Jos en Margriet vraagt wat de Senior Army voor hen betekent, krijg je van Jos steevast hetzelfde antwoord: “De Senior Army heeft mijn leven gered. Op verschillende momenten en op verschillende manieren”.

Toen we geselecteerd werden om lid te worden van de Senior Army zaten we net in een heel diepe put nadat we onze zoon op 36-jarige leeftijd moesten afgeven na een lange en slepende ziekte. Onze wereld stortte in en ons sociaal leven viel volledig stil. Het was een zegen voor ons dat we plots in een nieuwe vriendenkring terecht kwamen. De Senior Army verplichtte ons om uit ons kot te komen en gaf ons de kans om mee te doen met een hele waaier van afwisselende en plezante activiteiten.

Een tweede keer redde de Senior Army mijn leven toen ik, die daarvoor nooit een bal had aangeraakt, voor het plezier ging meespelen met de pas opgerichte wandelvoetbalploeg. Natuurlijk liet mijn techniek en ook mijn fysiek veel te wensen over maar ik amuseerde mij kostelijk op het plein. En samen met Margriet genoot ik met volle teugen van de ‘derde helft’ in zaal De Kring. Maar het wandelvoetballen ging mij iedere week wat slechter af: ik kreeg moeilijk adem en mijn borst begon pijn te doen. Zo erg dat ik een specialist raadpleegde. Die stelde longkanker vast. Na een harde strijd van maanden kwam ik ook die slag weer te boven. Zonder het wandelvoetbal van de Senior Army had ik waarschijnlijk die symptomen niet opgemerkt. En mogelijk was de ziekte dan al te ver gevorderd of hadden de ziektekiemen zich al uitgezaaid.’

De hele KRC-familie betuigt haar medeleven aan familie en vrienden en wenst hen veel sterkte.